De belastingvrijstelling werd in 2010 in het leven geroepen om de continuïteit van met name familiebedrijven niet in gevaar te brengen. Het belasten van het geërfde ondernemingsvermogen zou voor deze bedrijven betalingsproblemen kunnen opleveren.

Toenmalig staatssecretaris Jan Kees de Jager (CDA), die het belastingvoordeel introduceerde, vond familiebedrijven van belang voor behoud en groei van de werkgelegenheid. Ook wilde hij met de maatregel ondernemerschap stimuleren.

De Hoge Raad vindt dit gerechtvaardigde doelstellingen om onderscheid op te maken in het belasten van geërfd vermogen. De rechtbank in Breda oordeelde vorig jaar nog dat de vrijstelling van belasting op geërfd ondernemingsvermogen in strijd was met het Europees recht.

Naar aanleiding van die uitspraak werden duizenden bezwaarschriften ingediend. Vijf daarvan zijn gebruikt in het proefproces bij de Hoge Raad. De vijf zaken werden geselecteerd door het ministerie van Financiën in samenspraak met belastingadviseurs.