Bij Rofra kun je na een dagje peddelen in het water neerstrijken in ‘t Boothuys voor een paar lekkere drankjes. Of een teambuildingsessie organiseren met collega’s. Het kan allemaal, en iedereen is welkom.

Dat gold in ieder geval tot afgelopen jaar. In juni vorig jaar diende iemand een klacht in over geluidsoverlast bij ’t Boothuys. Die stapte naar het gemeentehuis en drong aan op handhaving van het bestemmingsplan. De activiteiten van Rofra zouden in strijd zijn daarmee.

Sluitingstijd

De gemeente is het daar mee eens. Het gaat hun echter niet om het geluidsoverlast, maar meer om de sluitingstijden die Rofra hanteert. De gemeente volgde het op met een maatregel en een dwangsom. ’t Boothuys moet om half elf ’s avonds gesloten zijn, tenzij Rofra kan aantonen dat de gasten een sportactiviteit hebben gedaan. Dan mag de horecagelegenheid een uurtje langer openblijven.

Dat klinkt als een schappelijke afspraak, zeker voor een bedrijf dat voornamelijk overdag actief is. Toch is de Rofra-eigenaar Geenen het niet eens met de dwangsommaatregelen en bestreed dit bij de A2-commissie Bezwaarschriften. Geenen stelt dat die eindtijd enkel is gebaseerd op de sluitingstijd die hij zelf op de website heeft geplaatst. Volgens hem is dat een richtlijn waar de gemeente nu en harde eindtijd van maakt. “In het bestemmingsplan staat niets over een eindtijd”, aldus Geenen.

Later op de avond

Geenen denkt dat hij in de tijdsproblemen komt met deze harde eindtijd. Volgens de ondernemer komen er steeds vaker groepen die later op de dag willen boeken en dan ook wat langer doorgaan. Moet Geenen die naar huis sturen, dan is hij bang dat zij de volgende keer afhaken.

Daarnaast hield gemeente volgens Geenen niet voldoende rekening met de plek van ’t Boothuys in de gemeente. Grote gezelschappen zijn schaars in het dorp, stelt Geenen. Die zou de gemeente moeten koesteren, ‘ook in de regels’.

Gelijkgesteld

Uiteindelijk had het bezwaar van Geenen weinig effect: de bezwarencommissie stelt de gemeente in het gelijk. Daarom zijn de sluitingstijd en de dwangsom nu nog van kracht.

Om dit aan te vechten gaat Geenen naar de bestuursrechter. Ook overweegt hij om een horecavergunning aan te vragen. De gemeente heeft hem dit geadviseerd. Op het moment dat hij de vergunning krijgt wat toestaat dat hij in strijd met het bestemmingsplan mag handelen, heeft de gemeente daar geen probleem mee. Maar tot de tijd dat hij die vergunning heeft, blijft de dwangsom van kracht.