Christendom zoekt zijn heil in De Nieuwe Kerk
De tentoonstelling laat zien hoe Constantijn de Grote (circa 280-337) zich in Rome uitsprak voor het christendom, waardoor de religie een doorbraak beleefde. In zijn opdracht kregen christenen binnen enkele jaren monumentale kerkgebouwen. ,,Het christendom werd voor het eerst omarmd door een Romeinse keizer'', zegt hoofd tentoonstellingen Marlies Kleiterp. ,,Tot die tijd kende het christendom vele ups en downs en werd het onder de Romeinen niet overal geaccepteerd.''
Van Constantijn zelf verrezen kolossale keizerbeelden. Een reusachtige marmeren hand, die ooit deel uitmaakte van zo'n beeld, is nu te zien in De Nieuwe Kerk. De 161 centimeter hoge hand uit het jaar 315 is een van de kunstschatten die is uitgeleend door toonaangevende musea in Italië, waaronder de Vaticaanse Musea, de Capitolijnse Musea en het Nationaal Romeins Museum.
Enerverend
Deze musea wilden maar al te graag stukken uitlenen, zegt directeur Cathelijne Broers van De Nieuwe Kerk. ,,De Romeinse collega's vonden het enerverend dat juist onze kerk, de nationale kerk van zo'n seculier land, met een tentoonstelling wilde terugblikken op de beslissende jaren van het christendom.'' De laatste expositie in ons land over het vroege christendom vond volgens Broers plaats in 1962. ,,Ons land is geseculariseerd, dus het is tijd voor een nieuwe blik.''
Prins Jaime, ambassadeur bij de Heilige Stoel in Vaticaanstad, verricht donderdagavond de opening. Het publiek is vanaf zaterdag welkom. De expositie is het laatste deel van een drieluik in De Nieuwe Kerk over wereldreligies. Eerder stonden de islam en het jodendom centraal.