DEN HAAG (Novum) - De zwaar bekritiseerde wietpas is per direct niet meer nodig om wiet te kopen in coffeeshops in het zuiden van het land. Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) laat maandag in een brief aan de Tweede Kamer weten het doorvoeren van het zogenoemde besloten-clubcriterium niet meer nodig te achten.

In het regeerakkoord gaven VVD en PvdA al aan de wietpas te willen schrappen. Per wanneer dat zou gebeuren, was tot nog toe echter onduidelijk.

De wietpas werd 1 mei ingevoerd in het zuiden van Nederland en zou 1 januari landelijk ingevoerd worden. 'Gelet op de ervaringen in het zuiden en te behalen doel van minder drugstoerisme en kleinere coffeeshops' acht Opstelten echter niet meer noodzakelijk.

Door de wietpas te laten vervallen wordt de drempel weggenomen voor Nederlanders om cannabis te kopen in de coffeeshops, denkt Opstelten. "In het zuiden bleek weerstand om lid te worden van een coffeeshop. Er ontstond overlast door illegale handel die door het wegblijven van de drugtoeristen zich ging richten op ingezetenen."

De minister wil nog wel dat het ingezetenencriterium, dat inhoudt dat alleen Nederlanders in coffeeshops wiet mogen kopen, per 1 januari in het hele land wordt nageleefd. Coffeeshops kunnen daarvoor vragen naar een geldig identiteitsbewijs of verblijfsvergunning en een uitreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Dit was ook een van de afspraken van VVD en PvdA.

Opstelten stelt dat het ingezetenencriterium in het zuiden van het land een succes is. "De toestroom van drugstoeristen is afgenomen, waardoor coffeeshops kleiner en meer beheersbaar zijn geworden."

Het handhaven van de regels gaat indien nodig gefaseerd worden ingevoerd, aldus de minister. Opstelten wil dat de lokale autoriteiten kijken welke maatregelen hiervoor genomen moeten worden, en wanneer dat het beste kan gebeuren. "Op lokaal niveau heeft men het beste inzicht welke maatregelen effectief zijn."

De bewindsman wil verder dat coffeeshops in de toekomst alleen nog wiet aanbieden met een THC-gehalte van vijftien procent of minder. Eerder werd al besloten wiet met een hoger THC-gehalte dan vijftien procent te zien als een harddrug.

Op de wietpas was veel kritiek. Acht Limburgse burgemeesters pleitten bijvoorbeeld eerder voor uitstel van de landelijke invoering van de pas. Ze stelden dat de drugscriminaliteit is toegenomen sinds de invoering van de omstreden pas. Ook andere gemeenten, waaronder de vier grote steden, uitten eerder kritiek.